Op deze pagina ontdekt u wat logaritmische functies zijn en ook hoe u deze in een grafiek kunt weergeven. Bovendien ziet u alle kenmerken ervan, hoe u het domein kunt berekenen en verschillende voorbeelden om het beter te begrijpen. Ten slotte kun je oefenen met oefeningen en stap voor stap opgeloste problemen op logaritmische functies.
Wat is een logaritmische functie?
De definitie van een logaritmische functie is als volgt:
In de wiskunde zijn logaritmische functies functies waarvan de onafhankelijke variabele x deel uitmaakt van het argument van een logaritme. Met andere woorden, ze zijn als volgt:
Goud
Het is noodzakelijkerwijs een positief reëel getal en verschilt van 1.
De volgende functie is bijvoorbeeld logaritmisch:
Laten we, voordat we de kenmerken van logaritmische functies bespreken, kort het concept van logaritme bekijken:
- De basislogaritme
van
is het element waarnaar het getal moet worden verhoogd
zodat het resultaat het getal is
Laten we ons ook herinneren dat de natuurlijke logaritme (of natuurlijke logaritme) equivalent is aan de logaritme waarvan de basis het exponentiële getal e is:
Daarentegen wordt de basis meestal weggelaten als deze 10 is. Dit soort logaritmen worden decimale logaritmen of algemene algoritmen genoemd:
Domein van een logaritmische functie
Een logaritme laat alleen positieve getallen toe, dus het domein van een logaritmische functie bestaat uit alle getallen die aan deze voorwaarde voldoen.
Als voorbeeld berekenen we het domein van de volgende logaritmische functie:
Het argument van een logaritme moet groter zijn dan 0, omdat er geen logaritmen van negatieve getallen bestaan, noch logaritmen van 0. We moeten daarom kijken wanneer het argument van de functie groter is dan nul:
is groter dan 2. Het domein van de functie bestaat dus uit alle getallen groter dan 2 (niet inbegrepen):
Kenmerken van logaritmische functies
- Zoals we hebben gezien bestaat het domein van een logaritmische functie uit alle x-en die het argument van de logaritme positief maken.
- Het bereik of bereik van een logaritmische functie zijn allemaal reële getallen.
- Elke logaritmische functie is een continue en injectieve functie.
- De groei of afname van een logaritmische functie hangt af van de basis van de logaritme: als de basis groter is dan 1
\bm{\kopje}
\log_2 (x-1)
x-1>0x>1
X
\text{Dom } f = (1,+\infty)
x<4 \mathbf{Dom } \ \bm{f = (-\infty,4)}
x<1 \text{Dom } f = (-\infty,1)
Bericht navigatie